Op 15 april 1936 huwt Aloïs Blommaert met Clem Meyssen, geboren te Hamont op 19 augustus 1912.
Geïnspireerd door haar man schrijft zij ook een aantal sprookjes , zoals ‘Een rijtje van tien’, ‘Een wondere feestnacht’, ‘De toversteen van koning Ris’, ‘Kiekemieke’.
Als echtgenote en moeder onovertroffen wordt ze ook ‘Moeke Blommaert’ voor de vele vrienden, een naam die ze tot aan haar overlijden in 2002 blijft dragen.
Zij is gelukkig om het feit dat haar man blijft voortleven in zijn boeken en in de harten van familie en vrienden.
Als lid van de kunstenaars voor de jeugd ligt ze mee aan de basis van de Aloïs Blommaertprijs voor een jeugdboek in 1983. In juli wordt de prijs uitgereikt in Maria Oudenhove, de thuishaven van de kunstenaars voor de jeugd. Een tentoonstelling geeft een beeld van het omvangrijke werk van Aloïs en tijdens de feestelijke zitting wordt de prijs overhandigd aan Christina Guirlande voor het bekroonde werk ‘De tocht door de ommuurde tuin’.
Ze is ook de gemeente, de heemkring, de cultuurraad en de vele vrienden enorm dankbaar voor de erkenning die haar man blijft genieten in Wuustwezel.
Moeke Blommaert genoot van de haiku-dichtvorm. Zij publiceerde meerdere bundels. In haar haiku bracht ze natuur, levenskracht en geloof tot leven.
Enkele van haar haiku: | |
---|---|
Goudgele brem en gouden regen, vul nu de kruiken met weelde |
Herinneringen bloeien langs onze weg als rode papavers |
Gedachten etsen hun herinneringen op muren van stilte |
Ik hoor een merel fluiten, plots is mijn kamer vol lentegeuren |
Op 5 mei 2002 sterft Moeke Blommaert en met een stukje tekst van haar doodsprentje kunnen we haar leven duiden:
,,Moeke, je was een kunstenaar. Je schreef vanuit het leven, sprankelend en wijs. Je was ook gelukkig om het werk van je man, jeugd- en heimatschrijver. Samen met hem wilde je het leven als een sprookje beleven. Deze droom droeg je na zijn dood een heel leven lang mee…''